Recyclen en recycleren betekenen allebei ‘afval verzamelen en verwerken om het opnieuw geschikt te maken voor hergebruik of een andere toepassing’. In Nederland is het Engelse werkwoord recycle in gebruik genomen. Recycleren is afgeleid van het Franse werkwoord recycler.

Niet alleen van het werkwoord, maar ook van het zelfstandig naamwoord bestaan twee varianten: recyclage en recycling. In Nederland is recycling veruit het gewoonst, in Vlaanderen spreken meer mensen van recyclage. Met recyclage kun je ook samenstellingen maken, zoals recyclagepapier en recyclagekerstboom. Met recycling gebeurt dat minder vaak. Samenstellingen als kringlooppapier en recyclekerstboom zijn gebruikelijker.

Recyclen, recyclede, gerecycled

De vervoeging van recyclen is als volgt:

  • ik recycle
  • jij/hij/zij recyclet
  • wij/jullie/zij recyclen
  • ik/jij/hij/zij recyclede
  • wij/jullie/zij recycleden
  • gerecycled
  • gebiedende wijs: recycle!

De Engelse volgorde van -cle blijft in alle vormen staan. Ik recycel zou uitspraakproblemen opleveren, omdat de tweede c dan ook als een ‘s’ uitgesproken zou worden. Dat is immers vrijwel altijd het geval met een (enkele) c voor een e, vergelijk: freelancen, cancelen en slicen.

In recyclebaar staat ook -cle. Vlamingen kiezen vaak voor recycleerbaar.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail