Hieronder staat een lijst met voorbeelden van signaalwoorden. Signaalwoorden geven een signaal aan de lezer: ‘Let op, er komt nu een nieuw onderwerp’ bijvoorbeeld. Of een argument, een gevolg, een vergelijking, een voorbeeld, enzovoort. Signaalwoorden worden ook wel verbindingswoorden of structuuraanduiders genoemd.

De signaalwoorden hieronder staan bij elkaar op basis van het verband dat ze aangeven. Er staan ook woordgroepen en zinnetjes met dezelfde functie tussen.

Schrijf je voor een breed publiek en wil je zo duidelijk mogelijk schrijven? Dan zijn sommige signaalwoorden te moeilijk: desalniettemin en immers bijvoorbeeld. Kies dan een ander woord of een andere formulering uit dezelfde categorie. Zie ook de lijst met alternatieven voor moeilijk taalgebruik.

Meer over hoe je signaalwoorden het best kunt gebruiken, is te lezen op deze pagina. Daar vind je ook voorbeeldzinnen met signaalwoorden.

Voorbeelden van signaalwoorden (per soort signaal)

Opsomming

  • ten eerste, ten tweede, ten derde (enz.)
  • allereerst, eerst, om te beginnen
  • bovendien, ook, en, daarnaast, verder
  • niet alleen + maar ook (als combinatie)
  • als laatste, ten slotte, tot slot

Tegenstelling

  • maar, echter, toch, wel
  • hoewel, ondanks, weliswaar
  • integendeel, daarentegen
  • in tegenstelling tot
  • aan de ene kant + aan de andere kant (als combinatie)
  • enerzijds + anderzijds (als combinatie)
  • desalniettemin, desondanks

Vergelijking

  • zo, net zo, net als, evenals
  • op dezelfde manier
  • zie ook, vergelijk

Voorbeeld

  • bijvoorbeeld, zoals, zo
  • denk aan, neem
  • een voorbeeld is
  • stel je voor:
  • stel dat
  • ter illustratie:

Argumentatie

  • omdat, daarom, dus, om die reden
  • doordat, daardoor, waardoor, zodat
  • met het doel dat, om te, opdat, teneinde, waartoe
  • want, namelijk, immers
  • zodat, met het gevolg dat, ten gevolge van
  • kortom
  • dat heeft geleid tot

Tijdsverloop

  • eerst, voordat
  • tijdens, tegelijkertijd
  • nadat, daarna, vervolgens
  • uiteindelijk, als laatste, ten slotte, tot slot
  • zodra, als, wanneer, op het moment dat, terwijl

Samenvatting en conclusie

  • dus, kortom, al met al, met andere woorden
  • daaruit volgt
  • hieruit blijkt dat
  • samenvattend, concluderend, alles overziend

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!