In de zin ‘Morgen wordt je salaris gestort’ is je de niet-nadrukkelijke vorm van jouw. Er staat dus eigenlijk: ‘Morgen wordt jouw salaris gestort.’ Het onderwerp van deze zin is je/jouw salaris. Daarom komt er een t achter de stam word.

Ook in bijvoorbeeld ‘Morgen blijkt je salaris gestort’ en ‘Soms raakt je geduld op’ is niet je het onderwerp, maar je/jouw salaris en je/jouw geduld. Daarom komt er een t achter het werkwoord. Dat kun je bij deze werkwoorden goed horen.

Als je te vervangen is door jij, is het word je

Alleen als je het onderwerp van de zin is én als het achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat, komt er geen t achter de persoonsvorm. Vervang je dus altijd even in gedachten door jij. Als dat kan, is je het onderwerp en schrijf je geen t.

  • Morgen word je opgeroepen. (je = jij: ‘Morgen word jij opgeroepen’ is een goede zin)
  • Word je gelukkiger als de zon schijnt? (je = jij: ‘Word jij gelukkiger als de zon schijnt’ is een goede zin)
  • Hoe laat word je verwacht? (je = jij: ‘Hoe laat word jij verwacht?’ is een goede zin)

Als je te vervangen is door jou of jouw, moet je op zoek naar het onderwerp

Als je niet het onderwerp van de zin is, kun je het vervangen door jou of jouw. Je moet dan op zoek gaan naar het onderwerp in de zin. Het onderwerp is in de voorbeelden hieronder vet gemaakt.

  • Wordt je de toegang verleend? (je = (aan) jou)
  • Wordt je weer eens de mond gesnoerd door die assertieve types? (je = jou)
  • Dan wordt je een belangrijke vraag gesteld. (je = (aan) jou)
  • Misschien wordt je je mening over mij gevraagd. (eerste je = (aan) jou, tweede je = jouw)
  • Wordt je moeder morgen geopereerd? (je = jouw)
  • Ik word je nieuwe collega! (je = jouw; omdat ik onderwerp is, komt er geen t achter de stam)

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Handig hulpmiddel: de Taal*maat

De Taal*maat D, t of dt? is een stroomdiagram waarmee je kunt bepalen of wordt of word goed is. Een handig hulpmiddel om de juiste vorm te kiezen als je niet kunt horen of het stam + t is of niet!

Klik op het schema om het te vergroten:

D, t of dt