Gender kan in het Nederlands op twee manieren worden uitgesproken:

  • met de (harde of zachte) Nederlandse g-klank van bijvoorbeeld generatie, gauw of goed;
  • of als ‘dzjender’, met de Engelse ‘dzj’-klank van gel of jungle aan het begin. 

Niet alleen gender kan met twee soorten g’s worden uitgesproken. Het geldt ook voor genderneutraal, genderdiversiteit, gendergelijkheid, genderstudies, genderidentiteit en andere samenstellingen die met gender beginnen. Als het tweede deel van het woord Engels is, zoals in genderbender en genderqueer, klinkt gender ook eerder ‘op z’n Engels’.

Transgender

Transgender kun je ook op verschillende manieren uitspreken: 

  • ‘trans-gender’ (een Nederlandse a-klank + Nederlandse g-klank)
  • ‘trans-dzjender’ (een Nederlandse a-klank + Engelse ‘dzj’-klank)
  • ‘trens-dzjender’ (een Engelse e-achtige klank + Engelse ‘dzj’-klank)

De eerste twee opties zijn het gebruikelijkst: het woorddeel trans wordt meestal met een a-klank uitgesproken, net als in transformatie, transport, enz. Wie trans toch ‘op zijn Engels’ uitspreekt, met een e-achtige klank, zal ook de g eerder aanpassen aan de Engelse uitspraak en ‘trens-dzjender’ zeggen.

Betekenis

Gender komt in verschillende betekenissen voor: in de betekenis ‘geslacht/sekse’, en dan vooral de gevoelde sekse, dus de sekse waartoe iemand zichzelf rekent, en ook in de betekenis ‘geheel van kenmerken die sociaal of cultureel met een sekse geassocieerd worden’. Uitgebreide informatie hierover is te vinden in de tekst over Sekse, geslacht en gender.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!