In een tangconstructie staan woorden of zinsdelen die bij elkaar horen ver uit elkaar. Deze zin bevat bijvoorbeeld een tangconstructie: ‘Het in november door de feestcommissie gepresenteerde plan is enthousiast ontvangen.’

Tussen het en het zelfstandig naamwoord plan dat daarbij hoort, staan zes andere woorden. Het is voor de lezer dus niet meteen duidelijk waar het lidwoord het bij hoort.

De woorden of zinsdelen die bij elkaar horen, worden als de ‘grijpers’ van een tang uit elkaar geduwd door andere woorden: de tang staat wijd open.

De tang kan verschillende uiteinden hebben:

  • lidwoord (de) en een zelfstandig naamwoord (viroloog): ‘de overigens niet aan het RIVM verbonden viroloog’
  • persoonsvorm (kan) en de rest van het gezegde (benoemen): ‘De raad kan voor een wethouder die voor langere tijd met verlof gaat, een vervanger benoemen.’
  • onderwerp (het aantal inbraken) en persoonsvorm (is): ‘Het aantal inbraken, dat tijdens de lockdown sterk daalde doordat iedereen thuiswerkte, is daarna weer gaan stijgen.’

Is een tangconstructie fout?

Tangconstructies zijn grammaticaal niet fout. Maar hoe groter de afstand tussen de eerste en tweede grijper van de tang is, hoe moeilijker de zin voor de lezers wordt. De tangconstructie doet namelijk een groot beroep op hun kortetermijngeheugen: ze moeten de eerste grijper van de tang in gedachten houden, dan moeten ze doorlezen en nieuwe informatie verwerken, en pas daarna komt de tweede grijper.

Als het te lang duurt voordat de tweede grijper komt, kunnen lezers de draad kwijtraken. Dat geldt in sterke mate voor ongeoefende lezers. Een tangconstructie maakt een zin voor hen moeilijker te begrijpen.

Hoe ontstaan tangconstructies?

Een tangconstructie ontstaat vaak als iemand tijdens het schrijven extra informatie toevoegt. Een journaliste schrijft bijvoorbeeld op: ‘De columniste Rubinstein formuleerde scherp.’ Ze denkt: misschien moet ik er toch even bij zetten dat ze niet meer leeft. En ze maakt ervan: ‘De in 1990 overleden columniste Rubinstein formuleerde scherp.’

Het voordeel van de (korte) tangconstructie is dat die extra informatie geeft, maar tegelijkertijd terloops is, bondig en onopvallend. Een bijzin krijgt algauw meer nadruk: ‘De columniste Rubinstein, die in 1990 overleed, formuleerde scherp.’

Een aparte zin is waarschijnlijk te veel van het goede. Het is dan bijna of het jaar van overlijden centraal staat: ‘De columniste Rubinstein formuleerde scherp. Zij overleed in 1990.’

Hoe kun je een tangconstructie vermijden of herschrijven?

1. Bedenk wat je belangrijkste boodschap is en laat overbodige informatie weg.

  • Tang: De niet aan het RIVM verbonden, bekende viroloog Ab Osterhaus is een expert op het gebied van ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens.
  • Ingekort: De bekende viroloog Ab Osterhaus is een expert op het gebied van ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens.

2. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en hak een lange zin eventueel in tweeën.

  • Tang: De raad kan voor een wethouder die voor langere tijd met verlof gaat, een vervanger benoemen.
  • In tweeën: Soms gaat een wethouder langere tijd met verlof. De raad kan dan een vervanger benoemen.

Let op dat je herschreven zinnen nog steeds goed aansluiten op elkaar én op de zinnen ervoor en erna. Gebruik waar nodig signaalwoorden om het verband tussen de zinnen aan te geven. In het voorbeeld hierboven zijn bijvoorbeeld soms en dan toegevoegd.

3. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en zet de informatie uit de ‘tang’ in een bijzin.

  • Tang: De in 1990 overleden columniste Rubinstein formuleerde scherp.
  • Met bijzin: De columniste Rubinstein, die in 1990 overleed, formuleerde scherp.

Kwestie van afwegen

Soms ontstaat door het oplossen van de ene tang een andere, of een nieuwe bijzin trekt onbedoeld te veel aandacht naar zich toe, of het wordt te lang als je van de tang meerdere zinnen maakt. Keer dan terug naar de vragen: is alle informatie nodig of kan er iets onvermeld blijven?

Het blijft een kwestie van afwegen:

  • Tang: De niet aan het RIVM verbonden bekende viroloog Ab Osterhaus is een expert op het gebied van ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens. (zes woorden tussen de en viroloog)
  • Met bijzin: De bekende viroloog Ab Osterhaus, die overigens niet aan het RIVM verbonden is, is een expert op het gebied van ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens. (bijzin van zeven woorden tussen het onderwerp en het werkwoord is)
  • In tweeën: Ab Osterhaus is een bekende viroloog, die niet verbonden is aan het RIVM. Hij is een expert op het gebied van ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens.
  • In drieën: Ab Osterhaus is een bekende viroloog. Hij is een expert op het gebied van ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens. Osterhaus is trouwens niet verbonden aan het RIVM.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!