Het werkwoord aanvangen kan ‘ergens mee beginnen, iets beginnen te doen’ betekenen. Bijvoorbeeld: ‘De commissie heeft haar werkzaamheden aangevangen.’ Aanvangen heeft ook de betekenis ‘beginnen te bestaan, beginnen te gebeuren’. Bijvoorbeeld: ‘De arbeidsovereenkomst is aangevangen op 1 februari 2021.’ Aanvangen kun je dus op twee manieren gebruiken. Afhankelijk daarvan is (een vorm van) het hulpwerkwoord van tijd zijn of hebben juist.

Hebben aangevangen

Als er in de zin staat waarméé iemand is begonnen iets te doen, is de voltooide tijd hebben aangevangen juist. Bijvoorbeeld:

  • We hebben de werkzaamheden meteen aangevangen.
  • Wat hebben ze met het monument aangevangen?

Zijn aangevangen

Zijn aangevangen is goed als er juist niet bij staat waarmee iemand begonnen is, maar als de zin alleen maar zegt dát iets of iemand begonnen is. Dat is het geval in de volgende zinnen:

  • De wedstrijd is aangevangen.
  • De werkzaamheden zijn aangevangen.
  • De lente is eindelijk aangevangen.

Duidelijk taalgebruik

Aanvangen is een formeel en afstandelijk woord. Het past niet goed in teksten die bestemd zijn voor een breed publiek. Zinnen als ‘Wij hebben de werkzaamheden aangevangen’ kun je daarin beter vermijden. Een stuk gewoner is ‘Wij zijn begonnen met de werkzaamheden’ of ‘We zijn gestart met de werkzaamheden.’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail