Als bijna aan het begin van een samenstelling gebruikt wordt, is het een zogenoemd ‘bijzonder voorvoegsel’. Het geeft de status van de rest van het woord aan (iets is net niet gebeurd of is net niet het geval). Na een bijzonder voorvoegsel komt een streepje: bijna-botsing, bijna-kabinetscrisis, bijna-ongeluk, bijna-ramp, bijna-stilstand, enz.

Vergelijkbare voorvoegsels zijn bijvoorbeeld interim-, oud- en niet-.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!