In stand houden en tot stand komen zijn vaste combinaties die uit losse woorden bestaan. Vergelijkbaar zijn onder meer in bedrijf nemen, in acht nemen, in beslag nemen, in bewaring stellen, in werking stellen, ten laste leggen, ter dood veroordelen en te werk gaan. De vervoegde vormen van zulke combinaties bestaan ook uit losse woorden: hield in stand, tot stand kwam, in acht nemend, ten laste gelegd, in beslag genomen, ter dood veroordeeld, te werk gegaan, enz.

Hetzelfde geldt voor vormen als de in stand gehouden voorwaarden, het tot stand gekomen besluit, de in beslag genomen drugs, het in beslag genomene, de ter dood veroordeelde gevangene, het ten laste gelegde, de gedegen te werk gaande loodgieter. Losse woorden zijn ook het in stand houden (van ...), het tot stand komen, het in beslag nemen, enz.

Teweegbrengen: aan elkaar gegroeid

In principe bestaan vaste combinaties met een werkwoord – zoals in stand houden en tot stand komen – dus uit losse woorden. Maar hoe vaker een woordcombinatie voorkomt, hoe groter de kans wordt dat die combinatie aan elkaar groeit. De letterlijke betekenis van de afzonderlijke woorden raakt dan op de achtergrond. Een voorbeeld is teweegbrengen, waarin het oorspronkelijke tot wege brengen (‘op weg brengen’) niet meer te herkennen is. Ook teweerstellen (‘zich verdedigen’) en tewerkstellen zijn één woord.

Instandhouding en totstandkoming: één woord

Als van de werkwoordcombinatie een afleiding op -ing wordt gemaakt, is dat wel één woord: algemeenverbindendverklaring, inbedrijfneming, instandhouding, inwerkingstelling, tenlastelegging, terdoodveroordeling, totstandkoming, tewerkstelling. Zie ook de pagina over inachtneming.

Dat geldt ook voor afleidingen op -name: inbedrijfname, inbeheername, inbeslagname, ingebruikname, enz.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!