Achter Franse leenwoorden die eindigen op -er, -ir en -ier komt in de verkleinvorm de uitgang -tje. Enkele voorbeelden zijn:

  • atelier - ateliertje
  • bouvier - bouviertje
  • cabaretier - cabaretiertje
  • cahier - cahiertje
  • diner - dinertje
  • dejeuner - dejeunertje
  • foyer - foyertje
  • premier - premiertje
  • souper - soupertje
  • souvenir - souvenirtje

Dat sommige mensen toch nog dineetje schrijven, is deels het gevolg van een spellingregel die tot aan 2006 gold; zie daarvoor het tabblad ‘Achtergrond’.

Café - cafeetje

Voor woorden die eindigen op é, zoals café, geldt een andere regel: daarvan eindigt de verkleinvorm op -eetje. Het is dus: café - cafeetje, comité - comiteetje, defilé - defileetje, coupé - coupeetje, introducé - introduceetje, logé - logeetje, soufflé - souffleetje.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Volgens een oudere spellingregel was dineetje wél juist. Tot aan 2006 werden verkleinvormen van Franse woorden soms deels vernederlandst. Enkele voorbeelden:

  • dejeuner - dejeuneetje
  • depot - depootje
  • diner - dineetje
  • entremets - entremetje
  • fakir - fakiertje
  • foyer - foyeetje
  • pardessus - pardessuutje
  • souper - soupeetje
  • souvenir - souveniertje 

Dit gold dan weer niet voor alle woorden. In onder meer deze gevallen bleef de spelling intact: 

  • atelier - ateliertje
  • pince-nez - pince-neztje
  • rendez-vous - rendez-voustje