Doorsnee kan los voor het zelfstandig naamwoord staan waar het bij hoort, maar er ook aan vast worden geschreven. Zowel doorsnee burger als doorsneeburger is dus juist; daarbij geldt doorsneeburger als iets neutraler. In doorsneeburger mag je ook een streepje zetten om het beter leesbaar te maken: doorsnee-burger.

Geschiedenis

Doorsnee is van oorsprong een zelfstandig naamwoord. In combinatie met een ander zelfstandig naamwoord levert dat een samenstelling op: doorsneeburger, doorsneeklas, doorsnee-Nederlander, doorsneewoning. De betekenis van doorsnee in samenstellingen is ‘gemiddeld’.

Maar doorsnee kan al vrij lang ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de klemtoon op het woord erna kan liggen (‘doorsnee Néderlander’), uit het feit dat je doorsnee ook predicatief kunt gebruiken: ‘Hun interieur is nogal doorsnee’, en uit de mogelijkheid om er een bijwoord zoals nogal direct voor te zetten – dat kan bij een zelfstandig naamwoord niet.

Het bijvoeglijk naamwoord doorsnee kan wat subjectiever overkomen; naast ‘gemiddeld’ kan er ook ‘gewoontjes, niet bijzonder’ mee bedoeld worden.

Het ligt al met al niet vast in welke gevallen doorsnee los of vast wordt geschreven. Het ligt het meest voor de hand om doorsnee los te schrijven als het woord dat erop volgt zelf al samengesteld is of als er nog een bijvoeglijk naamwoord tussen staat, en ook als doorsnee nadrukkelijk subjectief bedoeld is:

  • doorsnee jarentachtighuis
  • doorsnee Nederlands recreatiepark
  • doorsnee televisieavond
  • doorsnee vinexwijk
  • doorsnee vogelhuisje
  • Ik kom uit een uitgesproken doorsnee familie.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!