Evacueren had toen het in de zeventiende eeuw aan het Frans ontleend werd, al twee betekenissen: ‘ontruimen’ (dus bijvoorbeeld een gebied evacueren, een gebouw evacueren) en ‘(mensen) ergens weghalen en elders onderbrengen’. De volgende zinnen zijn dus juist:

  • De kuststrook werd na de tsunamiwaarschuwing snel geëvacueerd.
  • De kustbewoners werden na de tsunamiwaarschuwing snel geëvacueerd.

In de loop van de tijd heeft evacueren er een derde betekenis bij gekregen: ‘om veiligheidsredenen tijdelijk weggaan uit zijn woonplaats’. De volgende zin kan dus ook:

  • Afgelopen zomer moesten wij evacueren omdat ons dorp bijna onder water liep.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail