De vorm jongetje lijkt onlogisch, want normaal gesproken verandert de grondvorm van woorden die op -en eindigen niet als je er een verkleinwoord van maakt. Het is bijvoorbeeld wezen - wezentje, molen - molentje, eten - etentje, enz. Jongetje is een uitzondering: het bestaat eigenlijk uit jonge + tje. De jonge is hier de zelfstandig gebruikte vorm van het bijvoeglijk naamwoord jong, net als de zieke de zelfstandig gebruikte vorm van ziek is. Vroeger sprak men dus van de jonge (vergelijkbaar met het Duitse der Junge).

Een geschenk voor den jongen

De vorm jongen (met n) is van oorsprong een verbogen vorm van jonge. Die verbogen vorm kwam bijvoorbeeld voor in ‘We brachten een geschenk mee voor den jongen.’ Al een paar eeuwen geleden was het naamvalssysteem zo zwak geworden dat jongen vaak bij vergissing in plaats van jonge werd gebruikt. Dus in plaats van bijvoorbeeld ‘De jonge was vriendelijk’ schreef men ‘De jongen was vriendelijk’, ook al was dat niet juist volgens de (school)regels van toen. Later werd jongen de standaardvorm voor het woord. De verkleinvorm jongetje was toen al afgeleid van de vorm jonge en is nooit aangepast aan jongen. Vandaar dat we niet jongentje schrijven, maar jongetje, zonder n.

Jong/jonkie (van een dier)

De verkleinvorm van het zelfstandig naamwoord jong (‘pasgeboren dier’) is ook onregelmatig. Het is niet jongetje, zoals je naar analogie van bijvoorbeeld tong - tongetje zou verwachten, maar jonkie.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail