Niet te onderschatten en niet te overschatten lijken op het eerste gezicht tegenovergestelde betekenissen te hebben: onderschatten betekent namelijk ‘te laag schatten’ en overschatten ‘te hoog schatten’. Toch worden deze formuleringen in de praktijk in grofweg dezelfde betekenis gebruikt.

Dat is mogelijk doordat een formulering met te en een heel werkwoord (infinitief) vaak op meerdere manieren te interpreteren is. Je kunt het namelijk opvatten als iets wat ‘kan’, maar ook als iets wat ‘moet’. Een voorbeeld van het eerste zie je in de zin ‘Dit verhaal is goed te volgen.’ Dat betekent ‘Ik/men (of iemand anders) kan dit verhaal goed volgen.’ De tweede interpretatie komt voor in een zin als ‘Hun gedrag is af te keuren.’ Die zin betekent ‘Men moet hun gedrag afkeuren.’

Haar werk is van niet te overschatten belang kan betekenen dat het belang van haar werk niet overschat kán worden (zo groot is het). Het kan echter ook betekenen dat we vooral nuchter moeten blijven en het belang van haar werk zeker niet móéten overschatten (zo belangrijk is het nou ook weer niet geweest).

Haar werk is van niet te onderschatten belang kan betekenen dat het belang van haar werk niet onderschat kán worden (zo gering is het geweest). Het is gebruikelijker de zin positief op te vatten, namelijk dat het belang van haar werk niet onderschat móét worden (we moeten vooral niet te laag gaan zitten met onze schatting).

Positieve uitdrukking

In de praktijk worden niet te overschatten én niet te onderschatten vrijwel altijd op een positieve manier gebruikt. We geven er dus bijvoorbeeld mee aan dat iemands werk of iemands bijdrage erg belangrijk is geweest. Dat betekent dat we niet te overschatten opvatten als ‘kan niet overschat worden’, en niet te onderschatten als ‘moet niet onderschat worden’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!