De meeste woordenboeken vermelden zowel Serviër - Serviërs als Serf - Serven. Overigens komt het enkelvoud Serf in de praktijk vrijwel niet voor. Een vrouw kan een Servische genoemd worden.

Van Dale nam Serviër voor het eerst op in de zevende druk (1950). Pas in de twaalfde druk (1992) kwam Serf - Serven erbij. Ook uit andere naslagwerken en uit oude kranten blijkt dat Serviër altijd het gebruikelijkst is geweest in het Nederlands. Er is weleens geopperd dat Serf - Serven in de jaren negentig van de twintigste eeuw iets populairder is geworden onder invloed van het Engelse Serb(s).

In de praktijk komt zowel Serven als Serviërs overigens al lange tijd voor in het Nederlands. In een krant uit 1848 staat: “Van het Servische oorlogstooneel vernemen wij de bemagtiging van Becskerek (in Hongarije) door de Serven of Croaten.” Een krant uit 1791 meldt: “Deze Pacha brengd [sic] voor de Serviërs een generaal Pardon, zelfs voor die, die zoms tegen de Turken mogten gevogten hebben.”

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail