Proeven = ‘proberen hoe iets smaakt’

Proeven betekent ‘proberen hoe iets smaakt’, ‘onderzoeken of de smaak goed is’ en ‘waarnemen (met de smaakzin)’. Bijvoorbeeld:

  • Ik heb een appeltaart gebakken. Kom je proeven?
  • Wil je even proeven of de soep zout genoeg is?
  • Er gaan acht tenen knoflook in, maar dat proef je helemaal niet.

Smaken = ‘een bepaalde smaak hebben’

Smaken betekent ‘een bepaalde smaak hebben’ en ‘lekker zijn’. Bijvoorbeeld:

  • De soep smaakte heerlijk na de lange wandeling.
  • Ons product is vegetarisch maar smaakt als kip.
  • Hij moest toegeven dat het hem smaakte.

Smaken was tot in de achttiende eeuw (ook) in gebruik in de betekenis ‘proeven’. In sommige dialecten en regionale talen is dat nog steeds het geval. In de vaste uitdrukking het genoegen smaken (‘het genoegen hebben’) betekent smaken eigenlijk ook ‘proeven’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail