- Nieuwsgierig Aagje / aagje
- In de aap gelogeerd zijn
- Nu komt de aap uit de mouw
- Dat het een aard heeft
- Abraham zien, Sara zien
- Ergens (geen) acht op slaan
- Achterbaks zijn
- Achter de geraniums zitten
- Een adder aan zijn borst koesteren
- Advocaat van de duivel spelen
- Afgezaagd zijn
- Het afleggen
- Alea iacta est / De teerling is geworpen
- Alle / aller ogen zijn gericht op Kwatta
- Alles kits
- Alles op haren en snaren zetten
- Ammehoela!
- Een appelflauwte hebben
- Appeltje-eitje
- Een appeltje met iemand te schillen hebben
- Iets met argusogen bekijken
- Ergens zijn aspergebedden aanleggen
- Baat / baadt het niet, dan schaadt het niet
- Aan de bak komen
- Bakzeil halen
- Balen als een stekker
- Over de balk gooien
- Barbertje moet hangen
- Volgens Bartjens
- Ergens geen been in zien
- De beer is los
- De beest uithangen
- Beid / beidt uw tijd
- Er bekaaid vanaf komen
- Bekaf zijn
- Ben je belatafeld!
- Te berde brengen
- De berg heeft een muis gebaard
- Het betere is de vijand van het goede
- Niet door de beugel kunnen
- Een bezem in de mast voeren
- Bezint eer ge begint / verzint eer ge begint
- Dat is geen klein bier
- De bietenbrug op gaan
- Je biezen pakken
- In een goed blaadje proberen te komen
- Geen blad voor de mond nemen
- Zien wie de blankste billen heeft
- Iets blauwblauw laten
- Blauw bloed hebben
- Van de blauwe knoop zijn
- Blauwe maandag
- Een blauwtje lopen
- Het bloed kruipt waar het niet gaan kan
- De bloemetjes buitenzetten
- De bodem ingeslagen / in geslagen
- Aan de boemel zijn
- Lachen als een boer met kiespijn
- Als een bok op de haverkist
- Van de bok dromen
- De bolworm steekt hem
- De bom is gebarsten
- In de bonen zijn
- Op de bonnefooi
- Op de bon geslingerd worden
- Boontje komt om zijn loontje
- Buiten / uit de boot vallen
- Een bord voor je kop hebben
- Iets op je bord / brood krijgen
- Bos hout voor de deur
- Boter aan de galg smeren
- Een boterbriefje halen
- Boter op je hoofd hebben
- Botertje tot de boom
- Botje bij botje leggen
- De bout hachelen
- Van de bovenste plank
- Het boze oog hebben
- Brave hendrik
- De breeveertien op gaan
- Iemand zijn breezij tonen
- In / op de bres staan / springen
- De broekriem aanhalen
- Ergens een broertje dood aan hebben
- Brood en spelen
- Broodje aap, broodjeaapverhaal
- Broodmager zijn
- Bruggen slaan / bouwen
- Er de brui aan geven
- Brutaal als de beul
- Twee handen op één buik zijn
- Iets op je buik schrijven
- Buitenbeentje
- Buiten westen raken
- Naar Canossa gaan
- Iemand carte blanche geven
- Catch 22
- Geen cent te makken
- De chemie ontbrak
- In conclaaf gaan
- In de contramine zijn
- Iemand de das omdoen
- Als een dertientje
- Wie het eerst komt, het eerst maalt
- Door dik en dun
- Een zware dobber aan iets hebben
- Een donkerbruin vermoeden hebben
- Eruitzien als de dood van Ieperen
- Iets met de dood moeten bekopen
- De dood in de pot
- De dood of de gladiolen
- Op zijn dooie akkertje
- Iemands doopceel lichten
- Het is doorgestoken kaart
- Uit de oude doos
- Voor de draad ermee!
- De draak steken met iets
- Driemaal is scheepsrecht
- Een dronkemansgebedje doen
- (Nog niet) droog achter de oren
- De druiven zijn zuur
- De dupe zijn
- Eenheidsworst
- Eieren voor zijn geld kiezen
- Dat is het hele eiereneten
- Te elfder ure
- Op z’n elfendertigst
- Esprit de l’escalier
- Zolang de ezel zakken draagt, heeft de mulder hem lief
- Iemand op zijn falie geven
- Naar de filistijnen
- Op de fles gaan
- Flink in de bus blazen
- Een fluitje van een cent
- Flux de bouche
- Dat is niet mijn fort (herkomst en betekenis)
- Met de Franse slag
- Iets van je gading vinden
- Van de gaffel in de greep vallen
- Naar de gallemiezen gaan
- In het gareel lopen
- Met de gebakken peren zitten
- De gebraden haan uithangen
- Op twee gedachten hinken
- Van gedachte / gedachten wisselen
- Je gedeisd houden
- De gedoodverfde winnaar
- In het huis van de gehangene spreekt men niet van de strop
- Het geheim van de smid
- Zo gek als een deur
- In het geniep
- Ergens geen / niet genoeg van krijgen
- Dat is je geraden
- Veel geschreeuw en weinig wol
- Als het getij verloopt, moet men zijn bakens verzetten
- In het gevlij / gevlei komen
- Gewogen en te licht bevonden
- Zo gewonnen, zo geronnen
- Goede wijn behoeft geen krans
- Goedkoop is duurkoop
- Het te gortig maken
- Zijn gram halen
- Iemand te grazen nemen
- Grip / greep op iets krijgen
- Hou je haaks
- Niet in de haak zijn
- De haan kraaide driemaal
- Haar op de tanden hebben
- Een haar van de hond
- Je hachje redden
- Op de hak nemen
- Van de hak op de tak springen
- Op halfzeven
- Hamvraag
- De handdoek in de ring gooien
- Hand-en-spandiensten verrichten
- De hand in eigen boezem steken
- Je handjes (mogen) dichtknijpen
- Met hangen en wurgen
- Een heet hangijzer
- Hart onder de riem steken / riem onder het hart steken
- Om de haverklap
- Van haver tot gort
- Het heen-en-weer krijgen
- Met hoge heren is het kwaad kersen eten
- Heg noch steg weten
- Een heilig boontje
- Van heinde en verre
- Heitje voor een karweitje
- Iemand over de hekel halen
- Het hemd is nader dan de rok
- Hem / em / ’m smeren
- De heilige hermandad
- Om de hete brij heen draaien
- Tegen heug en meug
- Het op je heupen krijgen
- Van hier tot gunter
- Onder één hoedje spelen
- Het gaat er Hoeks en Kabeljauws aan toe
- Holland op z’n smalst
- Hom of kuit
- De hond in de pot vinden
- Hoogmoed komt voor de val
- Geen hoogvlieger zijn
- Te hooi en te gras
- Iemand (de) hoorns opzetten
- Hoteldebotel zijn
- Van hot naar haar
- Van dik hout zaagt men planken
- Op eigen houtje
- Zijn huik naar de wind hangen
- Huilen met de pet op
- Hutje bij mutje leggen
- IJs / eis en weder dienende
- Je moet het ijzer smeden als het heet is
- Een illusie armer / rijker
- In een ivoren toren zitten
- Naar de eeuwige jachtvelden vertrekken
- Je ergens met een jantje-van-leiden van afmaken
- Een Jekyll en Hyde
- Geef ’m van jetje
- Jongens van Jan de Witt
- Joost mag het weten
- Ergens geen jota van snappen
- Aan de kaak stellen
- Kachel zijn
- Als het kalf verdronken is, dempt men de put
- Alles over één kam scheren
- In kannen en kruiken
- Kant-en-klaar
- Er de kantjes vanaf lopen
- Iemand op de kast jagen
- De kat uit de boom kijken
- Een kat in de zak kopen
- De kat de bel aanbinden
- Kat in ’t bakkie
- De kat op het spek binden
- Voor de kat z’n viool
- Om des keizers baard
- Iets op de keeper / keper beschouwen
- Van een koude kermis thuiskomen
- Roken als een ketter, vloeken als een ketter
- Het in Keulen horen donderen
- Kielekiele
- Kiezen of kabelen
- Een kink in de kabel
- Klaar is Kees
- Het is zo klaar als een klontje
- Dat klopt als een bus
- De kluts kwijtraken
- Iets onder de knie krijgen
- Geen knip voor de neus waard zijn
- De knoop doorhakken
- Je knopen tellen
- Naar de knoppen gaan
- Er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan
- Van achteren kijk je de koe in de kont
- Koek en ei
- Dat haal je de koekoek
- Dat is koffiedik kijken
- De kogel is door de kerk
- Het zijn niet allen koks die lange messen dragen
- Komt men over de hond, dan komt men ook wel over de staart
- Komt voor de bakker
- De koninklijke weg gaan
- Zijn kont tegen de krib gooien
- De kool en de geit sparen
- Iets de kop indrukken
- Iets op de kop tikken
- Iets/iemand op de korrel nemen
- Kortaangebonden zijn
- Korte metten maken
- Je zal ze de kost moeten geven
- Het koste wat het kost / koste wat het kost
- Het gaat me niet in de koude kleren zitten
- De kous op de kop krijgen
- Kraak noch smaak hebben
- In het krijt staan
- Krokodillentranen huilen
- De kroon spannen
- Er is geen kruid tegen gewassen
- De kruik gaat zo lang te water tot hij barst
- Wie een kuil graaft voor een ander ...
- Met kunst- en vliegwerk
- Te kus / kust en te keur
- Iemand de volle laag geven
- De laatste loodjes wegen het zwaarst
- Ergens lak aan hebben
- De lakens uitdelen
- Lakmoesproef
- Ergens een lans voor breken
- Op je lauweren rusten
- Ledigheid is des duivels oorkussen
- Ter leering ende vermaeck
- Van leer trekken
- Het leeuwendeel
- Het gaat van een leien dakje
- Leven in de brouwerij brengen
- In lichtelaaie / lichterlaaie
- Zijn licht niet onder de korenmaat zetten
- Liefdewerk oud papier
- Van likmevestje
- Lik op stuk
- Hoe linker hoe flinker, hoe rechter hoe slechter
- Iemand links laten liggen
- Listen en lagen
- Iemand de loef afsteken
- Iemand een loer draaien
- Een kort lontje hebben
- Lood om oud ijzer
- Het loodje leggen
- Van lotje getikt zijn
- Lou loene
- Iemand niet kunnen luchten of zien
- Luistervinkje spelen
- Door de mand vallen
- Iemand de mantel uitvegen
- Voor de mast zitten
- Op het matje moeten komen
- Als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd
- Een mens lijdt dikwijls het meest ...
- Mijl op zeven
- Met tijd en stro rijpen de mispels
- Moederziel alleen
- De laatste der Mohikanen
- Monddood maken
- Iemand mores leren
- Iemand iets op de mouw spelden
- Ergens een mouw aan passen
- De mug uitzijgen en de kemel doorzwelgen
- De mussen vallen van het dak (van de hitte)
- Mijn naam is haas
- Naatje pet
- Tot nader order / tot nader orde
- Nattevingerwerk
- Doen alsof je neus bloedt
- Iemand iets door de neus boren
- Iemand de nieren proeven
- Niets is minder waar
- Niet voor één gat te vangen zijn
- Op het nippertje
- Nolens volens
- Met de noorderzon vertrekken
- In je nopjes zijn
- Nul op het rekest krijgen
- Olie op de golven gieten
- Als een olifant in de porseleinkast
- Om niet
- Een ongelikte beer
- Onthand
- Iemand een oor aannaaien
- Je laatste oortje versnoept hebben
- Oost-Indisch doof (herkomst)
- In het ootje nemen
- Ergens op aan kunnen
- Ergens voor opdraaien
- Opgeld doen
- In vol ornaat
- Oude koeien uit de sloot halen
- Op rozen zitten
- Op de schop
- Paal en perk aan iets stellen
- Over het paard getild
- Een gegeven paard niet in de bek kijken
- Op zijn paasbest
- In het pak genaaid zijn
- Niet bij de pakken neerzitten
- Pal staan voor iets
- Voor pampus liggen
- Onder de pannen zijn
- Opgelegd pandoer
- Pappen en nathouden
- Ik ken mijn pappenheimers
- Parels voor de zwijnen
- In een lastig parket zitten
- Parten spelen
- Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen
- Een patstelling
- Peentjes zweten
- Ergens geen peil / pijl op kunnen trekken
- In de penarie zitten
- Perplex staan
- Ergens met de pet naar gooien
- Pièce de résistance
- In de piepzak zitten
- De pijp aan Maarten geven
- Naar de / het pijpen dansen
- Het regent pijpestelen
- De pijp uit gaan
- Bij de pinken zijn
- De pisang / de sigaar / de pineut zijn
- Ze maken mij de pis niet lauw
- Pit hebben
- Onder de plak zitten
- De plank misslaan
- Het is hier niet pluis
- Bemoeienissen van Pluvius
- Wat een poespas!
- Iemand een poets bakken
- Op de pof
- Aan mijn lijf geen polonaise
- Poolse landdag
- Polshoogte / poolshoogte nemen
- Pootaan spelen
- Op zijn poot spelen
- De poppetjes van mijn ogen
- Praten als Brugman
- Ergens prat op gaan
- Van de prins geen kwaad weten
- Met iets op de proppen komen
- Tot in de pruimentijd
- Psychologie van de koude grond
- Ergens een puntje aan kunnen zuigen
- De puntjes op de i
- Pur sang
- Krijg de rambam
- Nu zijn de rapen gaar
- Een rare snoeshaan
- Een razende roeland
- Niet voor rede / reden vatbaar
- Van de regen in de drup raken
- Een rib uit mijn lijf
- Rijke stinkerd
- Je (niet) laten ringeloren
- Robbertje (herkomst)
- Door roeien en ruiten gaan
- Het roerend eens zijn
- Roet in het eten gooien
- Geen rooie cent
- Onder de roos
- In de roos
- Een oude rot in het vak
- Zo rot als een mispel
- De hele santenkraam
- Zich te sappel maken
- In je sas zijn
- Je schaapjes op het droge hebben
- Over zijn eigen schaduw heen springen
- Zo scheel als een ruit
- Bij het scheiden van de markt
- De schellen vielen me van de ogen
- Schering en inslag
- Op het scherp / scherpst van de snede
- Een scheve schaats rijden
- Iets in je schild voeren
- Zijn schepen achter zich verbranden
- Een schip op het strand is een baken op zee
- Schitteren door afwezigheid
- Zich het schompes werken
- Uit de school klappen (hebben / zijn)
- Op de schopstoel zitten
- Schraalhans is keukenmeester
- Je kunt het wel schudden
- Voor schut staan (herkomst)
- Sesam open u!
- Ergens geen sikkepit van geloven
- Met sint-juttemis
- Geen sjoege geven
- Je een slag in de rondte werken
- Slag om de arm
- Goed in de slappe was zitten
- Uit je slof schieten
- Een smak geld
- Om der wille van de smeer likt de kat de kandeleer
- Smeerpoets en smeerkees: waar komen ze vandaan?
- In de smiezen hebben
- Een rare snijboon
- Niet goed snik zijn
- Dat zit wel snor
- Soldaat maken
- Het sop is de kool niet waard
- Het Spaans benauwd krijgen
- Spatsies maken
- Voor spek en bonen meedoen
- Spierwit wegtrekken
- Spijkers op laag water zoeken
- Spin / spil in het web
- De / het spits afbijten
- Spreekwoord, gezegde, zegswijze, uitdrukking
- Spreekwoordenboeken
- Spuit elf geeft ook modder
- Op stang jagen
- Te hard van stapel lopen
- Steen en been klagen
- Op stel en sprong
- Een stem in het kapittel hebben
- Stennis maken, trappen, schoppen
- Een stok achter de deur
- Stokpaardje
- Er loopt een streep door
- Op zijn strepen staan
- Strijk-en-zet
- Aan de strijkstok blijven hangen
- Stront aan de knikker
- Stuivertje wisselen
- Stuk in de kraag
- Aan zijn stutten trekken
- De beste stuurlui staan aan wal
- Iemand aan de tand voelen
- Zich de tandjes werken
- Op je tandvlees lopen
- Dat slaat als een tang op een varken
- Tante Agaath-regeling / tanteagaathregeling
- Op je tellen passen
- Iemand uit zijn tent lokken
- Te pas en te onpas
- De tering naar de nering zetten
- Boven zijn theewater zijn
- Als een tierelier
- Het loopt als een tiet
- De tijd baart rozen
- Er is een tijd van komen en een tijd van gaan
- Op til zijn
- Tjokvol zitten
- Van toeten noch blazen weten
- Toitoitoi
- Goed van de tongriem gesneden
- In toom houden
- Van de trap gevallen zijn
- Tuig van de richel
- Iemand om de tuin leiden
- Iemand tuk hebben
- Wat een uilskuiken!
- Een uiltje knappen
- Het uur U
- Va-banque spelen
- Op de valreep
- Van onderen!
- Vele varkens maken de spoeling dun
- Vaste prik
- Vechten tegen de bierkaai
- Veeg teken
- Veeg uit de pan
- Iemand het vel over de oren halen
- Verdomhoekje
- Verkikkerd zijn
- De vermoorde onschuld spelen
- Verstek laten gaan
- Iemand zijn vet geven
- Een vette gans bedruipt zichzelf
- Vieze varkens worden niet vet
- Op het vinkentouw zitten
- Je op de vlakte houden
- Bij de vleet
- Naar den vleze
- Veel voeten in de aarde hebben
- Voor het voetlicht / over het voetlicht
- Voetstoots
- Het vogeltje over het touwtje laten wippen
- Vurige kolen op iemands hoofd stapelen
- Het vuur na aan de schenen leggen
- Vuurproef
- Iets in de waagschaal stellen
- Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten
- Iemand de wacht aanzeggen
- In de wacht slepen
- Van twee walletjes eten
- Van wanten weten
- De ware jakob
- Wars van iets zijn
- In de war zijn
- Een waslijst
- Een wassen neus
- Daar komen de waterlanders
- Om van te watertanden
- Wat nu? zei Pichegru
- Bij de weg blijven
- Wendt of keert / went of keert
- Weten wat voor vlees je in de kuip hebt
- Dat is geen wet van Meden en Perzen
- Nogal wiedes
- Als de wiedeweerga
- In zijn wiek geschoten
- Wie schetst mijn verbazing / wat schetst mijn verbazing
- Iets aan de wilgen hangen
- De wind eronder hebben
- Dat zal hem geen windeieren leggen
- Witte rook
- Wittebroodsweken
- Een wit voetje halen
- Wit voor hebben
- Door de wol geverfd
- Zachte heelmeesters maken stinkende wonden
- In zak en as zitten
- De zak krijgen
- Om zeep brengen
- Zeperd
- Van zessen klaar
- In de zevende hemel zijn
- Geen zier
- Zoeken naar een speld in een hooiberg
- De zon niet in het water kunnen zien schijnen
- Een zondagse steek houdt geen week
- Er als een zoutpilaar bij staan
- Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
- Niet zuiver op de graat zijn
- Zwaan-kleef-aan
- Zwaar op de hand zijn
- Zwanenzang
- Zwarte sneeuw zien
- Op zwart zaad zitten