- Aambeeld / aanbeeld
- Aanbevelenswaardig / aanbevelingswaardig
- Aanmeren / afmeren
- Aanrichten / aanrechten
- Aansluitend bij / aan / op
- Aansluitpunt / aansluitingspunt
- Aansprakelijkstelling / aansprakelijkheidsstelling
- Aangevangen hebben / zijn
- Afgelasten / aflasten / aflassen
- Afkeur / afkeer / afkeuring
- Alcoholisch / alcoholistisch
- Alle geld / al het geld
- Allochtonen
- Allochtoons / allochtoon
- Almaar / alsmaar
- Al met al / al bij al
- Als / wanneer / indien
- Alweer / al weer
- Ampel / amper
- Anglicismen
- Antedateren / antidateren
- Asjeweine / kassiewijne / kasjewijne / kassiewijle
- Astrologie / astronomie
- Authenticatie / authentificatie
- Bankpas / bankkaart / pinpas
- Beginnen aan / met
- Behartigenswaardig / behartenswaardig
- Beslissen / besluiten
- Een beslissing nemen / maken
- Bestaat een woord dat niet in woordenboeken staat?
- Betreffende / desbetreffende
- Wij betreuren dat / wij betreuren het dat ...
- Bewegwijzering / wegbewijzering
- Bewoner / inwoner
- Bezint eer ge begint / verzint eer ge begint
- Bezwijken aan / onder
- Biatlon / duatlon
- Bijdragen aan / bijdragen tot
- Bijgesloten / bijgevoegd
- Bogen / buigen op
- Bol / bal
- Iets op je bord / brood krijgen
- Borstbesparende / borstsparende operatie
- Boeket / bouquet
- In / op de bres staan / springen
- Brug open / dicht
- Categoraal / categoriaal gymnasium
- Chagrijnig / sacherijnig
- Citaatuitluiders: ‘Dat lijkt me logisch’, snapt hij
- Consumeren / consummeren
- Een vrouwelijke coördinator / coördinatrice
- Daadkrachtig / krachtdadig
- Vijf keer meer dan / zoveel als
- Danken aan / wijten aan
- De jaren die / dat hij bij ons was
- Decade / decennium
- Degene / diegene
- Denk aan / om uw bagage
- Denken aan / over Tirol
- Deze / die / dit / dat
- Dezelfde / hetzelfde
- Diëtetiek / diëtiek
- Dit / dat
- Doctor / dokter
- Doolhof / labyrint
- Dramatisch / spectaculair gestegen omzet
- Ben ik van Duitsen / Dietsen bloed
- Echter / maar
- Een of meer / een of meerdere
- Eenzelfde / dezelfde / een dergelijke
- Engeland / Groot-Brittannië / Verenigd Koninkrijk
- Engelse woorden in Nederlandse tekst
- Enkel / alleen (wat is het verschil?)
- Enzovoorts / enzovoort
- Ervaring in / met een computersysteem
- Esthetische / cosmetische chirurgie
- Ests / Estisch / Estlands
- Ex-burgemeester / oud-burgemeester
- Faciliteren / faciliëren
- Factie / fractie
- Facturatie / facturering
- Frikadel / frikandel
- Geachte meneer / geachte heer
- Gebeten / gebrand zijn op iemand
- Geboren worden / zijn
- Niet / geen gebruik( )maken van
- Gebruiksvriendelijk / gebruikersvriendelijk
- Gedestilleerd / gedistilleerd
- Gedood / omgekomen
- Gekregen / gehad
- Gelijk / meteen (wat is het best?)
- Gelijkstellen aan / met
- Geloven aan / in God
- Ergens geen / niet genoeg van krijgen
- Geolocatie / geolokalisatie
- Had geweest / was geweest
- Gijzelaar / gegijzelde
- Globaal / mondiaal
- Graag - grager - graagst / liever - liefst
- Grip / greep op iets krijgen
- Groot / hoog risico
- Grote / grootte
- Voor haar / hen die bleven
- Op een haar na missen / raken
- Halsreikend / reikhalzend
- Binnen handbereik / onder handbereik
- Gehandhaafd blijven / gehandhaafd worden
- U rijdt te snel / te hard
- Van harte gecondoleerd
- Gefietst hebben / zijn
- Een heel aantal
- Helder / duidelijk
- Herkenbaar aan / door
- Voor hetzelfde geld / geldt ...
- Hierbij deel ik u mede
- Hoe ... hoe / hoe ... des te
- Hoezo / waarom
- Holland / The Netherlands
- Homograaf, homogram
- Homoniemen
- Houterig / houtig
- Identificatieplicht / legitimatieplicht
- Ieder / elk
- IJskast / koelkast
- Een illusie armer / rijker
- In Frage / im Frage
- Ingebruikneming / ingebruikname
- Inzweren, ingezworen
- Jaren 1920 / jaren 20
- Jaren nul
- Jaren zeventig / zeventiger jaren
- Je / jij
- Jou / jouw / je
- Justitionele / justitiële blunders
- Nederlands kennen / kunnen
- Kennisneming / kennisgeving (betekenis)
- Kiezen tussen A en / of B
- Kijken: (naar) een film kijken, (naar) voetbal kijken
- Klassiekers / klassieken
- Knarsetanden / tandenknarsen
- Kosten / onkosten
- Kritisch / kritiek
- Kudde / school dolfijnen
- Je kunt / je kan
- Laagdunkend / laatdunkend
- Lelietje-der-dalen / lelietje-van-dalen
- Lelystatter / Lelystadter / Lelystedeling
- Libel / libelle
- In lichtelaaie / lichterlaaie
- Licht / lichte verstandelijke handicap
- Logees / logés
- Makkelijk / gemakkelijk
- Ik mankeer niets / mij mankeert niets
- Me zusje / m’n zusje / mijn zusje
- Mediterraans / mediterraan
- Meebrengen / meenemen
- Meebrengen / met zich brengen / met zich meebrengen
- Meer / meerdere websites
- Meerdere malen / meermalen
- In meer / meerdere of mindere mate
- Methode / methodiek / methodologie
- Met zijn / ons allen
- Met zonder jas
- Middels / met / via / door middel van
- Misdaden tegen de menselijkheid / mensheid
- Missen / ontbreken: er mist / ontbreekt een bladzijde
- Mits / tenzij
- Moederland / vaderland
- Een moeder van tien (kinderen)
- Mond-tot-mondreclame / mond-op-mondreclame
- Moreel / moraal
- Motivering / motivatie
- Naar / na schatting
- Na / naar
- Naar aanleiding van / na aanleiding van
- Nabije Oosten / Midden-Oosten
- Tot nader order / tot nader orde
- Ter nagedachtenis aan / van iemand
- Na / naar verloop van tijd
- Niet nadat / niet dan nadat
- Niet in het minst / niet het minst
- Nodig zijn / hebben
- Nooit en te / of te / ofte nimmer
- In / op de ochtend
- Ofwel / oftewel
- Omdat / doordat
- Omkleden / verkleden
- Om de beurt / omstebeurt
- Niet denkbeeldig / ondenkbeeldig / ondenkbaar
- Onderdeel uitmaken van / deel uitmaken van
- Ondertussen / intussen
- Onguur / guur weer
- Onregelmatigheden / ongeregeldheden
- Onverwacht / onverwachts
- Opdat / zodat
- Openheid / opening van zaken
- Ophalen / afhalen
- Op / in / aan de Herenstraat
- Op / in de eerste plaats
- Op / in de leeftijd van
- Op / in de tuin
- Op / in Haïti
- Op / in het stadhuis
- Op / in Scheveningen
- Een bijeenkomst organiseren / houden
- Alternatieven voor ouderwetse en formele woorden
- Overgelegd / overlegd
- Overnieuw / opnieuw / over
- Paard: poten + kop / benen + hoofd
- Ik pas / mij past die broek niet meer
- Passende kleding / gepaste kleding
- Pathetische / pathologische leugenaar
- Pensioen / pensionering
- Pepernoten / kruidnoten
- Het contract loopt per / op 31 december af
- Periode van vier maanden
- Personaliseren / personificeren / personifiëren
- Plaatsvinden / plaatshebben
- Pleegde / placht
- Plek / plaats
- Veel plezier ervan / ermee
- Plotse / plotselinge regenbui
- Plotsklaps / eensklaps / plotseling
- Pool / poule (WK-pool / WK-poule)
- Praten / spreken
- Problematiek / probleem
- Pubertijd / puberteit
- Realisering / realisatie
- Recentelijk / recent
- Rechtelijke / rechterlijke macht
- Rechtszaak / rechtzaak
- Recyclen / recycleren
- Rendement op / van
- Reppen van / over
- Richting / naar Amsterdam
- Risico op / van hartziekten
- Risicovol / riskant
- Roerbakken: roergebakken / geroerbakte spruitjes
- Roestvast / roestvrij staal
- Ruiken / rieken
- Sardijns / Sardinisch / Sardisch
- Scala aan / van mogelijkheden
- Scheppen - schiep - geschapen / schepte - geschept
- Schijnbaar / blijkbaar
- Schwalbe: wat is dat?
- Servicecenter / servicecentre
- Sfeer ademen / uitademen
- Sieraden aantrekken / omdoen / aandoen
- Soep eten / drinken
- Spin / spil in het web
- Starten: is gestart / heeft gestart
- Stereotype / stereotiep
- Stoplicht / verkeerslicht
- Stopzetten / stilzetten / stilleggen
- Synergetisch, synergisch, synergistisch
- Synoniem zijn / staan aan / met / voor
- Taartje / gebakje
- Tegenhanger (betekenis)
- Te / in Amsterdam
- Tekenbevoegd / tekeningsbevoegd
- Terugkomen op / van een besluit
- Talrijk / talloos
- Tint / teint
- Toast / toost
- Toeven / vertoeven
- Topscorer / topscoorder
- Troonswisseling / kroonswisseling
- Turkse Nederlander / Nederlandse Turk
- Tweewekelijkse cursus / tweeweekse cursus
- Typfout, spelfout, taalfout
- U en uw / u partner
- U hebt / u heeft
- U hebt zich / u vergist
- Uiteten / uit eten
- Uitprinten / printen
- Unheimlich / unheimisch
- Vanaf / sinds 1932
- Vandaag de dag / vandaag aan de dag
- Vandaal / vandalist
- Vegetarisch zijn / vegetariër zijn
- Verdacht op / bedacht op
- Vergeten zijn / vergeten hebben
- Vergevingsgezind / vergevensgezind
- Vergezeld van / met / door
- Verhemelte / gehemelte
- Verloren hebben / verloren zijn
- Vermeend / verondersteld
- Vernoemd of genoemd
- Verschraald bier / verschaald bier
- Vertalen in / naar / uit
- Vervangen door / voor
- Verwesterd / verwesterst
- Verzekerd voor / tegen brand
- Verzwelgen / zwelgen
- Voor het voetlicht / over het voetlicht
- Voorvoegsel / tussenvoegsel
- Vroegtijdig / voortijdig
- Waargebeurd
- Vrienden waarop / op wie je kunt rekenen
- Waarschuwen voor / tegen gevaar
- De vrouw waarvan / van wie hij houdt
- Wachten voor / achter de lijn
- Wanneer / waarneer
- Wat voor / welke mensen
- Weerstand bieden aan / tegen
- Wees maar niet bang / ben maar niet bang
- Zwaar wegen / veel wegen
- Weids / wijds
- Weifelen / twijfelen
- Welke / die
- Welkomsdrankje / welkomstdrankje
- Wendt of keert / went of keert
- Werkloos / werkeloos
- Werkwoordstijden: wordt / is ontworpen
- Wezen / zijn
- Wijffie, meissie / wijfie, meisie
- Willekeurig / onwillekeurig
- Winstwaarschuwing / verlieswaarschuwing
- Zeebeving
- Zeer doen / pijn doen
- Zelfvoorzienend / zelfvoorziend
- Ziekteverlof / ziekteverzuim
- Zij / hen die afstuderen, nodig ik uit
- De bollenvelden zijn op z’n / hun mooist
- Zogenaamd, zogenoemd, zogeheten
- Zo min mogelijk / zo weinig mogelijk
- Zonsopgang / zonsopkomst
- Zo’n / zulke rotzooi
- Zooitje / zootje
- Zorgelijk / zorgwekkend
- Zoutloos / zouteloos
- Zo waarlijk helpe mij God almachtig
- Zwager / schoonbroer
- Zwoel / zoel