Een Vandaal is oorspronkelijk een ‘lid van de Vandalen’, een Germaanse stam die in de vijfde eeuw Rome plunderde. Het zelfstandig naamwoord vandalisme is rond 1793 voor het eerst gebruikt door Grégoire, bisschop van Blois. Hij gebruikte het in een rapport over de verwoestingen in bibliotheken en monumenten door het Parijse ‘gepeupel’ tijdens de Franse Revolutie. Waarschijnlijk vergeleek bisschop Grégoire de vernielzuchtige Parijzenaars met de Germaanse Vandalen. Later hebben vandalisme en vandaal een algemenere betekenis gekregen (en dus ook een kleine letter).

De opkomst van de variant vandalist is goed te verklaren. Van woorden die op -isme eindigen, leiden we vaak een woord af op -ist om een mannelijke persoon mee aan te duiden. Denk bijvoorbeeld aan socialisme - socialist, fortuynisme - fortuynist en minimalisme - minimalist. Vandalisme - vandalist past mooi in dit rijtje. Vandalist werd vroeger als ‘fout’ gezien, maar de woordenboeken en spellinglijsten vermelden deze vorm al enige tijd. Wel zijn er nog steeds mensen die vandalist afkeuren. 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail