Iets vervangen door iets anders is juist. Vervangen voor geldt als een fout(je). Een paar voorbeelden met vervangen door:

  • De brug wordt volgend jaar vervangen door een nieuwe betonnen brug.
  • Tijdens de operatie vervangt de chirurg de hartklep door een mechanische klep.

Verruilen/inwisselen voor

Het voorzetsel voor is volgens iedereen wél juist bij twee synoniemen van vervangen: verruilen en inwisselen. Bijvoorbeeld:

  • Ze hebben de drukke stad verruild voor een rustig dorp.
  • Je kunt airmiles inwisselen voor een dag in een pretpark.

Naast het juiste vervangen door en het als onjuist beschouwde vervangen voor, komt ook vervangen met weleens voor. Dat geldt eveneens als een fout(je). Dat komt doordat het een te letterlijke vertaling zou zijn van het Engelse to replace with.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!