Als in een zin meerdere werkwoorden staan, is één daarvan het hoofdwerkwoord. Dit kan een koppelwerkwoord zijn of een zelfstandig werkwoord. De term ‘hoofdwerkwoord’ is dus een overkoepelende term. De overige werkwoorden in de zin zijn hulpwerkwoorden.

Zinnen waarin het hoofdwerkwoord een zelfstandig werkwoord is, hebben een werkwoordelijk gezegde. Het zelfstandig werkwoord geeft een actie aan. Dat het begrip ‘actie’ zeer ruim moet worden opgevat, blijkt uit het feit dat ook zinnen als ‘Ik zit op een stoel’ en ‘Hij ligt in bed’ een werkwoordelijk gezegde hebben.

  • Ik ga naar de bakker. (ga is het zelfstandig werkwoord)
  • Ik zou dat anders gedaan hebben. (zou en hebben zijn hulpwerkwoorden, gedaan is het zelfstandig werkwoord)

Het zelfstandig werkwoord is voor de betekenis van een zin onmisbaar. Als het zou worden weggelaten, blijft een onbegrijpelijke zin over. Zo kunnen – als de zin wat ‘omgebouwd’ wordt – de werkwoorden zou en hebben wel weggelaten worden uit de zin ‘Ik zou dat anders gedaan hebben’: ‘Ik doe/deed dat anders.’ Gedaan kan echter onmogelijk weggelaten worden: ‘Ik zou dat anders hebben’ en ‘Ik heb dat anders’ zijn onbegrijpelijk.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail