Na zwanger van komt meestal de baby: zwanger van haar eerste kind. Maar het is ook mogelijk na zwanger van de verwekker van de baby te noemen: zwanger van haar nieuwe vriend. Nog een paar voorbeelden:

  • In 2020 was ik zwanger van onze dochter.
  • In 2020 was ik zwanger van Quirine.
  • Ze kreeg een nieuwe vriend en raakte vrijwel meteen zwanger van hem.
  • Ze had net een nieuwe vriend toen bleek dat ze zwanger was van haar ex.

Deze twee mogelijkheden bestaan al lange tijd. Het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft al aan dat na zwanger van “den verwekker” óf “de vrucht” (de baby dus) kan komen. Daarbij staan van beide betekenissen voorbeelden die teruggaan tot de zestiende eeuw. 

Dubbelzinnig

Een losse zin als ‘Toen ik zwanger was van Cees’ is dus dubbelzinnig. Je kunt met Cees dan de baby bedoelen, maar ook de verwekker van de baby. Meestal volgt op zwanger van de naam van de baby. Als het anders zit, blijkt dat wel uit de context: ‘Ze raakte zwanger van Cees toen ze hem nog maar een paar maanden kende.’

In verwachting van

Voor in verwachting van geldt hetzelfde als voor zwanger van. Het is het gebruikelijkst daarna de baby te noemen, maar je kunt ook de verwekker van de baby noemen:

  • In 2016 was ik in verwachting van onze dochter.
  • Ze kreeg een nieuwe vriend en raakte vrijwel meteen in verwachting van hem.

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail