In de zin ‘Ik wil weten wat dat inhoudt’ is inhoudt is een vorm van het werkwoord inhouden, dat hier in ‘met zich meebrengen, behelzen’ betekent.

In deze zin is inhoudt de persoonsvorm: de werkwoordsvorm die wat z’n vorm betreft afhangt van het onderwerp. In deze zin is dat het onderwerp. Daarom komt achter de stam inhoud een t. ‘Ik wil weten wat dat inhoudt’ is vergelijkbaar met bijvoorbeeld:

  • Ik wil weten wat deze functie inhoudt
  • Ik wil weten wat dat zegt.
  • Ik wil weten wat dit onderdeel doet.
  • Ik wil weten wat deze activiteit oplevert.
  • Ik wil weten wat de verkoop van dit boek opbrengt.
  • Ik wil weten wat dat nieuwe idee toevoegt aan wat we al wisten.

In al deze zinnen is stam + t juist. 

Inhoudt is een werkwoordsvorm

In de zin ‘Ik wil weten wat dat inhoudt’ past de persoonsvorm inhoudt zich aan aan het onderwerp. Deze zin bestaat uit een hoofdzin (ik wil weten) en een bijzin (wat dat inhoudt). In die bijzin is dat het onderwerp. Daarom is de juiste vorm van de persoonsvorm stam + t: dat is immers een derde persoon. Het is bijvoorbeeld ook ‘Ik wil weten wat deze regeling inhoudt’ en ‘Ik wil weten wat uw vraag inhoudt.’ In deze zinnen is deze regeling respectievelijk uw vraag het onderwerp. Dit zijn ook derde personen, daarom is stam + t juist.

(De) inhoud is een zelfstandig naamwoord

In zinnen als ‘De inhoud van het boek spreekt mij aan’ en ‘Ik wil weten wat de inhoud is’ is inhoud een zelfstandig naamwoord. Spreekt en is zijn hier de werkwoordsvormen (de persoonsvormen).

Aan zelfstandige naamwoorden zoals inhoud voeg je nooit een t toe. Dat doe je alleen bij werkwoorden. Inhoud is een woord waar je een lidwoord voor kunt zetten (de inhoud, een inhoud) en dat je in het meervoud kunt zetten: ‘Het berekenen van de inhouden vond ik moeilijk.’

Wil je meer voorbeelden zien van zinnen met werkwoorden als inhouden? Klik dan op het tabblad ‘Voorbeelden’. Wil je oefenen met dit soort zinnen? Klik dan op het tabblad ‘Oefenen’. 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Hieronder staan voorbeeldzinnen met de werkwoorden inhouden, onderscheiden, onderhouden en behouden én met de zelfstandige naamwoorden inhoud, onderscheid, onderhoud en behoud.

  • Waar kun je lezen wat dat besluit inhoudt? (inhoudt is een werkwoordsvorm; je kunt het vervangen door oplevert)
  • Waar kun je lezen wat de inhoud van dat besluit is? (de inhoud is een zelfstandig naamwoord; je kunt het vervangen door de boodschap)
  • Er wordt voor de groepssamenstelling geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. (onderscheid is een zelfstandig naamwoord; je kunt het vervangen door verschil)
  • In die cursus leer je hoe je verschillende hondenrassen onderscheidt. (onderscheidt is een werkwoordsvorm; je kunt het vervangen door herkent)
  • Als je dat plantje koopt, moet je wel weten hoe je het onderhoudt. (onderhoudt is een werkwoordsvorm; je kunt het vervangen door verzorgt)
  • De consument hoeft zich niet bezig te houden met het onderhoud. (het onderhoud is een zelfstandig naamwoord; je kunt het vervangen door de verzorging)
  • Deze actiegroep zet zich in voor het behoud van de panda. (het behoud is een zelfstandig naamwoord; je kunt het vervangen door de redding)
  • De kans op de eindoverwinning is groot als je vandaag de koppositie in het klassement behoudt. (behoudt is een werkwoordsvorm; je kunt het vervangen door vasthoudt)

Let op: de werkwoordsvorm krijgt geen t achter de stam als het onderwerp ik is:

  • Ik ben goed op de hoogte omdat ik mijn contacten goed onderhoud.
  • Ik ben goed op de hoogte omdat ik mijn contacten goed beheer. 
  • De vormen die ik in het donker onderscheid, zijn vaag.
  • De vormen die ik in het donker waarneem, zijn vaag. 
  • Ik zal blij zijn als ik de koppositie behoud.
  • Ik zal blij zijn als ik de koppositie met succes verdedig.

Wil je oefenen met zinnen die lijken op ‘Ik wil weten wat dat inhoudt’? Doe dan de test!

Handig hulpmiddel: de Taal*maat

De Taal*maat D, t of dt? is een stroomdiagram waarmee je kunt bepalen of inhoud of inhoudt als werkwoordsvorm goed is. Een handig hulpmiddel om de juiste vorm te kiezen in de tegenwoordige tijd!

Klik op het schema om het te vergroten:

D, t of dt