Waarom zit er een tussen-s in Koningsdag, terwijl die in Koninginnedag niet zat?
Het is niet precies te zeggen hoe dat komt. In sommige woorden komt van oudsher een s-klank tussen de delen van het woord: Koningsdag, overheidsorgaan, bakkerswinkel. In andere samenstellingen klinkt er een uh-klank tussen de delen, zoals in Koninginnedag en komijnekaas. En weer andere hebben geen enkele tussenklank: hoofdwond, politieagent en koprol.
Of er in een samenstelling een tussen-s te horen is, een ‘uh’ (geschreven als e of en) of geen enkele tussenklank, is niet aan vaste regels gebonden. Veel samenstellingen zijn in de loop der tijd met of zonder s of e(n) in gebruik gekomen, zonder dat precies te zeggen valt hoe dat komt. De bekende regels voor de tussen-n bepalen dus niet wannéér de tussenklank verschijnt, maar alleen hoe die klank wordt gespeld áls die wordt gebruikt.
Variatie in tussenklanken
Het hangt deels van het eerste woorddeel af of er een tussen-s, een tussen-e(n) of helemaal geen tussenklank komt. Maar het patroon is niet altijd voorspelbaar: het is hondenhok naast hondsdolheid, en boekenbon naast boekrecensent. Soms zijn bij één begrip twee vormen juist: schapenkooi en schaapskooi, boekwinkel en boekenwinkel.
In samenstellingen met koningin komt al eeuwenlang meestal een tussen-e(n): koninginnenkroon, koninginnenmantel, Koninginnedag. Na koning staat van oudsher juist meestal een tussen-s: koningskind, koningsmantel, koningspython. Daarbij sluit de vorm Koningsdag aan.
Betekenis
De betekenis speelt geen doorslaggevende rol. De tussen-s heeft vrijwel nooit betekenis en fungeert puur als verbindingsklank. De tussen-en roept soms de gedachte aan meervoud op, maar wordt vaak ook alleen als overgangsklank gebruikt.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!