Wat is juist: non-stop vlucht, non-stopvlucht of nonstopvlucht?
Non-stopvlucht is juist, non-stop-vlucht mág ook.
Na het voorvoegsel non volgt altijd een streepje: non-alcoholisch, non-fictie, non-profit, non-verbaal. Dat streepje na non blijft staan als non-... deel uitmaakt van een grotere samenstelling. Een streepje tussen de laatste twee delen (non-stop-vlucht) mag eventueel ook, al is het in dit geval niet echt nodig om de samenstelling inzichtelijker te maken. Hetzelfde geldt voor non-profitorganisatie (non-profit-organisatie mag ook) en non-proliferatieverdrag (non-proliferatie-verdrag mag ook).
Op zichzelf lijkt de spelling non-stop vlucht ook een mogelijkheid. Non-stop wordt dan opgevat als een bijvoeglijk naamwoord. Dat is het toch niet; het fungeert als bijwoord. Je kunt dus wel zeggen: ‘We reden drie uur non-stop door’ maar niet ‘Het was een drie-urige, non-stoppe rit.’ Non-stop-vlucht komt voor het eerst voor in de zevende druk van Van Dale uit 1950, toen nog met twee streepjes. Het Groene Boekje uit 1954 vermeldde al non-stopvlucht.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!