Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar de of het voor gezet kan worden, zoals persoonsnamen (man, soldaat, Sanne), diernamen (kat, papegaai, Bello, Lorre), zaaknamen (huis, stad, Veldzicht, Rotterdam), stofnamen (bier, goud), verzamelnamen (kroost, vee, Alpen, Antillen) en abstracte woorden als goedheid, lengte, romantiek. Zowel soortnamen als eigennamen zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Dat eigennamen ook zelfstandige naamwoorden zijn, blijkt uit zinnen als ‘De Sanne van nu is de Sanne van toen niet meer’ en ‘Het Rotterdam van na de oorlog lijkt niet op het Rotterdam van daarvoor.’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag