Zeg maar betekent ‘met andere woorden’, ‘zogezegd’, ‘om het zo uit te drukken’. Het is een bekend tussenwerpsel, dat als twee woorden wordt geschreven. Enkele voorbeelden:

  • Hij regelt de koffie, thee en dranken - de catering zeg maar.
  • De bejaarden van vroeger, zeg maar de mensen van 60 jaar en ouder, heten tegenwoordig ‘senioren’, ‘60-plussers ’ of ‘ouderen’.
  • ‘Direct’ noem je dat? Zeg maar gerust ‘bot en lomp’!
  • Mijn proefschrift is zeg maar af.
  • De T-cellen, zeg maar de soldaten van ons lichaam, gaan deze ziekteverwekkers te lijf.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail