|
anomalie (de) |
betekenis
afwijking van de regel; onregelmatigheid
uitspraak
[a-no-ma-lie]
citaat
"Extreme mannelijke overheersing is een anomalie in onze geschiedenis. Ze is van lange duur geweest, maar ze is tijdelijk."
Bron: Grote goedheid uw naam is vrouw (Marja Pruis, De Groene Amsterdammer, 2 maart 2016)
woordfeit
Het Nederlands heeft het woord anomalie in de negentiende eeuw uit het Frans overgenomen. Het komt van het klassiek Griekse woord anomalia voor 'onregelmatigheid, ongelijkheid'. Dat is opgebouwd uit homalos 'gelijkmatig' met het ontkennende voorvoegsel a(n). In homalos is homos 'dezelfde' te herkennen, waarvan bijvoorbeeld ook homoseksueel 'seksueel gericht op hetzelfde geslacht' is afgeleid.
Zowel qua vorm als qua betekenis doet anomalie denken aan a(b)normaal 'afwijkend van de norm'. Ook dat komt uit het Frans, maar het is gevormd met het Latijnse norma 'regel, norm' en ab 'weg van'. |
|
|
|
|
|
|