donderdag 9 augustus 2012
BONANZA
UIT:
'De burger laat zich niet eindeloos hoeden als een kudde makke schapen' (Alexander Sassen van Elsloo, Vk.nl, 7 augustus 2012)

CONTEXT:
Door deze dekking konden Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje ineens heel goedkoop lenen. De BONANZA die dat heeft veroorzaakt, of het nu bij de staat, bij het bankwezen, of bij de burger was, heeft nu voor een berg problemen gezorgd.

BETEKENIS:
meevaller, financieel succes, goudmijn

UITSPRAAK:
[bo-nan-za]

WOORDFEIT:
Het aan het Spaans ontleende woord bonanza heeft een opmerkelijke geschiedenis. De basis ervan is het Oudgriekse malakia ('weekheid, slapte'), dat in het Latijn malacia ('windstilte') werd. In het Oudprovençaals bracht men mal-, ten onrechte, in verband met male ('slecht'), waarna men malacia in bonassa veranderde, dat met bon/bene ('goed') geassocieerd kan worden.
In het Spaans heeft bonanza verscheidene betekenissen: 'rust, windstilte', maar ook 'rijke ertsader' en 'voorspoed'.





de Taalkalender

Aanmelden of afmelden
Archief
Woordpost is een uitgave van het Genootschap Onze Taal.
Deze nieuwsbrief wordt op dinsdag en donderdag gratis per e-mail naar belangstellenden gestuurd.