dinsdag 8 juni 2010
DEMAGOGIE
UIT:
'Dit is belachelijk, dit is demagogie' (Steven Samyn, De Standaard, 8 juni 2010)

CONTEXT:
Toen het over de faciliteiten ging, werd het debat ongemeen bitsig. 'Net alsof de Franstaligen Vlaanderen willen veroveren. Dat is belachelijk, belachelijk', riep Michel. 'Het is DEMAGOGIE.'

BETEKENIS:
volksmisleiding

UITSPRAAK:
[dee-ma-go-gie]

WOORDFEIT:
Demagogie komt van het Griekse demagogia; dat had oorspronkelijk de neutrale betekenis 'het leiden van het volk'. Het hoorde bij demagogos 'volksleider', dat is samengesteld uit demos 'volk' en agogos 'leider'.
Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) schrijft: "Het woord kreeg de negatieve betekenis 'volksmenner' in Athene tijdens de Peloponnesische oorlog (431-404 voor Chr.) en werd gebruikt voor de leiders van de volkspartij. Deze werden zo heftig aangevallen dat de negatieve betekenis van het woord de overhand kreeg. Dat geldt ook voor de latere ontleningen in de moderne talen (...)."





5 nummers voor 13,50

Aanmelden of afmelden
Archief
Woordpost is een uitgave van het Genootschap Onze Taal.
Deze nieuwsbrief wordt op dinsdag en donderdag gratis per e-mail naar belangstellenden gestuurd.