Genootschap Onze Taal Online lezen  |  Afmelden
18 februari 2016
 
jobstijding (de)
betekenis
onheilsbericht, zeer slecht nieuws
 
uitspraak
[jops-tij-ding]

citaat
"Die onheilstijding heeft Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw, gebracht op een persconferentie over de bouwconjunctuur in ons land. De 'jobstijding' – in meer dan één betekenis – komt aan de vooravond van de jaarlijkse nationale beurs Batibouw."
Bron: "Sinds 2011 verloor bouwsector 19.000 jobs, tegen 2019 dreigt verlies van nog eens 26.000" (Metro, 11 februari 2016)

woordfeit
In het bijbelboek Job wordt de vrome en deugdzame Job inzet van een conflict tussen God en de duivel. De duivel daagt God uit: zal Job in God blijven geloven als hij zijn voorspoed kwijtraakt? Job wordt meedogenloos op de proef gesteld: hij vervalt tot uiterste armoe, wordt lichamelijk een wrak en verliest zelfs al zijn tien kinderen.
Elke tegenslag wordt hem meegedeeld door een boodschapper, en zo ontstond het woord jobstijding (letterlijk: 'boodschap aan Job'). Tijding is een oud woord voor 'bericht, nieuws', dat onder meer verwant is aan het Duitse Zeitung 'krant'. 
Andere woorden en uitdrukkingen die we aan dit verhaal danken, zijn jobsbode 'ongeluksbode', jobsgeduld 'zeer groot, taai geduld' en zo arm als Job 'straatarm'.
 
 
 
Een half jaar Onze Taal
 
Deze week verschijnt het nieuwe nummer van Onze Taal.   

Nog geen lid-abonnee?

Trakteer uzelf nu op een halfjaarabonnement:
5 nummers voor € 18,-.
Bestel nu
 
Facebook
Twitter
LinkedIn
Google+
Doorsturen
Diensten Onze Taal
Nieuwsbrief