Waar komt geen cent te makken hebben vandaan?
Wie geen cent te makken heeft, heeft helemaal geen geld.
Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) vermeldt dat geen cent te makken hebben waarschijnlijk een verbastering is van de Bargoense uitdrukking 'n cent 'n makke. Bargoens was de geheimtaal van dieven, landlopers en rondtrekkende handelaren; het bevat veel Jiddische en daardoor ook Hebreeuwse elementen. 'n Cent 'n makke is vermoedelijk oorspronkelijk een soort zelfvervloeking van de koopman (of de koper): 'bij elke cent die ik er minder voor krijg (of als koper: bij elke cent die ik er meer voor moet betalen) mag ik een makke krijgen'. Makke gaat terug op het Hebreeuwse makka, dat 'klap, slag' en 'gebrek, kwaal, plaag' betekende. Later werd 'n cent 'n makke verbasterd tot geen cent te makken.
Je kunt ook niks te makken hebben. Dat kan eveneens 'geen geld hebben' betekenen, maar ook 'geen invloed hebben, niets in te brengen hebben'. Volgens Marc De Coster (Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans, 2002) kun je ook spreken van flink wat te makken hebben; dan heb je juist wél veel geld of invloed.
Seideravond
Sommigen zien een direct verband tussen 'n cent 'n makke en de seideravond, de vooravond van het joodse paasfeest. Tijdens het feestelijke diner op die avond hoorde de vader van het gezin het verhaal te vertellen van de uittocht van de Joden uit Egypte. Om de vaders hierbij te helpen waren er in de week voor Pasen boekjes verkrijgbaar waarin die geschiedenis, de hagada (ook wel hagode), werd verteld. Een belangrijk deel van dit verhaal waren 'de tien plagen van Egypte'. Zo'n boekje kostte tien cent. In Jerosche; Jiddische spreekwoorden en zegswijzen uit het Nederlandse taalgebied schrijft H. Beem dat Joodse marktkooplui deze 'hagodes' aan de man brachten met de kreet: "Een cent, een makke!" Ze maakten hiermee een toespeling op de tien plagen die in het boekje werden beschreven: 'Maar één cent per plaag!'
Makan
In de Wiktionary staat een andere verklaring: makken zou teruggaan op het Indonesische makan, dat 'eten' betekent. Geen cent te makken zou dan oorspronkelijk betekenen 'geen cent hebben om eten te kopen'. Wat tegen deze verklaring spreekt, is dat makke in het Nederlands als oudste betekenis 'slaag' had, dezelfde betekenis als in het Hebreeuws. Het is het aannemelijkst dat de betekenis van makke zich van hieruit heeft ontwikkeld. De bronnen waarin het woord wordt besproken, verwijzen allemaal naar Amsterdam en/of het Bargoens. Er zijn geen aanwijzingen dat alleen in geen cent te makken de betekenis van makken terug zou gaan op het Indonesisch.
Het woord makke komt ook buiten de uitdrukking geen cent/niets te makken hebben voor. Bijvoorbeeld: 'De makke van het plan zijn de financiën' en 'Ondanks zijn makke werkte hij gewoon door', waarin makke 'zwakke plek, bezwaar' respectievelijk 'gebrek, kwaal' betekent. Het meervoud is makkes: 'Ondanks haar makkes is mijn oma nog helemaal bij de tijd.'
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!