Het werkwoord benijden (‘jaloers zijn op’) wordt zwak vervoegd: benijdde - heeft benijd. Daarmee behoort benijden tot een uitzonderingscategorie. De meeste werkwoorden met een lange ij zijn namelijk sterk. Bijvoorbeeld: bijten - beet, kijken - keek, rijden - reed, stijgen - steeg.

Dat benijden zwak is, hangt samen met de herkomst van dit werkwoord. Benijden heeft namelijk het zelfstandig naamwoord nijd als basis; het betekende oorspronkelijk ‘(iets) niet kunnen verdragen, zich ergeren’. Werkwoorden die zijn afgeleid van een zelfstandig naamwoord worden bijna altijd zwak vervoegd. Vergelijk: vijlen - vijlde (afgeleid van vijl), bedijken - bedijkte (afgeleid van dijk) en aanlijnen - lijnde aan (afgeleid van lijn). Ook werkwoorden die zijn afgeleid van een bijvoeglijk naamwoord zijn meestal zwak: bevrijden - bevrijdde (van vrij) en verblijden - verblijdde (van blij).

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail