meewerkend voorwerp
- Aangekomen viel het me op ...
- De experimenten was / waren geen lang leven beschoren
- Ik betreur het / het betreurt mij
- De bodem ingeslagen / in geslagen
- De vrouw die / wie we bloemen wilden geven
- Gestalte geven: de plannen wordt / worden gestalte gegeven
- Gunnen: worden / wordt uw ogen rust gegund
- Hun / hen
- Ik mankeer niets / mij mankeert niets
- Meewerkend voorwerp (wat is dat?)
- Ondervindend voorwerp (wat is dat?)
- Ik pas / mij past die broek niet meer
- Sommeren: de betogers werd / werden gesommeerd
- Verzoeken: reizigers worden / wordt verzocht
- Wachten: het onderwijs wacht / wachten veranderingen
- Word je / wordt je kwalijk genomen
- Zinsdelen (redekundig ontleden)