Wat is juist: oud-burgemeester of oudburgemeester?
Oud-burgemeester is juist. Hiermee wordt bedoeld: ‘vroegere burgemeester’, ‘voormalige burgemeester’.
Oud = ‘voormalig’
Als oud de betekenis ‘voormalig’ heeft en voor een persoonsaanduiding staat, komt er een streepje achter. Meer voorbeelden:
- oud-collega
- oud-eigenaar
- oud-fractievoorzitter
- oud-Kamerlid
- oud-leerlingen
- oud-lerares
- oud-lid
- oud-strijder
- oud-student
- oud-voorzitter
Zulke samenstellingen met oud- kunnen zelf ook weer deel uitmaken van een langere samenstelling: oud-leerlingendag, oud-studentenfeest.
Andere betekenissen
In andere betekenissen wordt oud aan het tweede deel van de samenstelling vast geschreven:
- oudchristelijk (‘behorend tot de eerste eeuwen van het christendom’)
- oudgediende (‘iemand met veel ervaring’)
- Oudjaar (ook Oudejaar, zie ook ons advies over hoofdletters bij feestdagen)
- oudkatholicisme (kerkelijke stroming)
- oudkomer (‘allochtoon die al langere tijd in zijn nieuwe vaderland woont’)
- oudroze
- oudtante
- oudtestamentisch (‘betrekking hebbend op of zich bezighoudend met het Oude Testament’)
- oudvaderlands (‘zoals in het vaderland van oudsher gebruikelijk was’)
Er is dus een verschil tussen een oud-katholiek (‘iemand die vroeger katholiek was’) en een oudkatholiek (‘iemand die het oudkatholicisme aanhangt’). En een oud katholiek mannetje is een katholiek mannetje dat oud is.
In oud-Nederlandse teksten en oud-Hollandse spelletjes blijft de hoofdletter van Nederlands en Hollands bewaard. Daarom komt er toch een koppelteken na oud: dat kan niet zomaar aan een hoofdletter worden vast geschreven. Als een oudere vorm van een taal bedoeld is, komt er geen streepje en krijgt oud een hoofdletter: Oudnederlands, Oudgermaans. Zie ook het advies over Standaardnederlands.
Oud komt ook voor in losse woordgroepen als oud papier en oud geld. In een samenstelling met zo'n woordgroep groeien de delen aan elkaar: oudpapierhandel (‘handel in oud papier’), oudpapierprijs (‘prijs van oud papier’), oudgeldmilieu (‘milieu van oud geld’).
Bijna-, ex-, niet-, non-, sint-
Er zijn nog meer woorden die vaak een streepje achter zich krijgen als ze deel uitmaken van een samenstelling. Ze zijn te beschouwen als ‘bijzondere voorvoegsels’. Enkele voorbeelden: bijna-ongeluk, ex-collega, interim-manager, niet-lid, non-actief, sint-janskruid. Vergelijkbaar zijn ook samenstellingen waarin het eerste deel een status uitdrukt: kandidaat-notaris, meester-opzichter.
Lees ook
Taaladvies.net: Meesterarchitect/ meester-architect
Taaladvies.net: Oudgriekse / Oud-Griekse / oud-Griekse voorwerpen
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail