Wat is ’t kofschip of de ’t kofschip-regel en wat heb je eraan?
Je kunt ’t kofschip gebruiken als je twijfelt over de spelling van de verleden tijd van werkwoorden (bijvoorbeeld leefde en blafte) of over het voltooid deelwoord (geleefd en geblaft).
Veel mensen hebben ’t kofschip als ‘regel’ geleerd op school, maar het is eigenlijk helemaal geen regel. Het is een ezelsbruggetje dat je eventueel kunt gebruiken als je twijfelt over de spelling van de verleden tijd of het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord.
Het ezelsbruggetje in het kort
De medeklinkers uit ’t kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen je te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit ’t kofschip. Andere werkwoorden krijgen -de.
Met dit ezelsbruggetje kun je bijvoorbeeld controleren dat de verleden tijden hij veegde en hij haalde met -de juist zijn. De g van vegen en de l van halen ‘zitten immers niet in ’t kofschip’. Daarnaast zijn hij klopte en hij hakte met -te, want de p van kloppen en de k van hakken ‘zitten wel in ’t kofschip’. Het voltooid deelwoord wordt van de verleden tijd afgeleid, en heeft dus dezelfde d dan wel t: veegde leidt tot hij heeft geveegd en klopte tot hij heeft geklopt.
De bromvliegzwaan
De veel minder bekende tegenhanger van ’t kofschip is het ezelsbruggetje van de bromvliegzwaan. Als de stam op een van de medeklinkers d, b, r, m, v, l, g, z, w en n eindigt, komt er in de verleden tijd -de achter: brandde, schrobde, staarde, bromde, geloofde (in het hele werkwoord geloven zit een v; de stam is dus geloov), haalde, veegde, raasde (in het hele werkwoord razen zit een z; de stam is dus raaz), kauwde en rende.
Klik voor meer uitleg over ’t kofschip en de bromvliegzwaan op het tabblad ‘Achtergrond’ in de blauwe balk hierboven. Als je op het tabblad ‘Voorbeelden’ klikt, zie je meer voorbeelden van werkwoorden waar je deze ezelsbruggetjes bij kunt gebruiken. Klik op ‘Schema’ voor een stroomdiagram.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!
Lees ook
De Taalprof over 't kofschip
Taaladvies.net: D / t (verleden tijd): hij suiste / hij suisde
Taaladvies.net: D / t (voltooid deelwoord): hij is verhuist / hij is verhuisd
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail
Hieronder staat een overzicht van de medeklinkers van ’t kofschip (of ’t fokschaap of kofschiptaxietje) en hun stemhebbende tegenhangers:
stemloos | voorbeeld(en) | stemhebbend | voorbeeld(en) |
t | chatten - chatte - gechat | d | bekladden - bekladde - beklad |
k | lakken - lakte - gelakt | g (van goal) | debuggen - debugde - gedebugd |
c (= ‘k’) | aerobiccen - aerobicte - geaerobict | ||
qu (= ‘k’) | petanquen - petanquete - gepetanquet | ||
f | keffen - kefte - gekeft | v | grieven - griefde - gegriefd |
s | missen - miste - gemist | z | razen - raasde - geraasd; quizzen - quizde - gequizd |
sch (= ‘s’) | verindischen - verindischte - verindischt | ||
ch | pochen - pochte - gepocht | g | leggen - legde - gelegd |
p | kloppen - klopte - geklopt | b | schrobben - schrobde - geschrobd |
x (= ‘ks’) | faxen - faxte - gefaxt | - | |
ce (= ‘s’) | racen - racete - geracet | ze | socializen - socializede - gesocialized |
sj | ramsjen - ramsjte - geramsjt | - | |
ch (= ‘sj’) | lunchen - lunchte - geluncht | ||
sh (= ‘sj’) | pushen - pushte - gepusht | ||
ch (= ‘tsj’) | coachen - coachte - gecoacht | ge (= ‘dzj’) | managen - managede - gemanaged |
tch (= ‘tsj’) | matchen - matchte - gematcht | dge (= ‘dzj’) | hedgen - hedgede - gehedged |
Klankwet: stemhebbend of stemloos
Het ’t kofschip-ezelsbruggetje is eigenlijk een korte weergave van een klankwet in het Nederlands. De klanken t, k, f, s, ch en p zijn ‘stemloze klanken’. Dat wil zeggen dat je je stembanden er niet voor gebruikt. Na zo’n stemloze klank volgt ook een uitgang die begint met een stemloze klank, zoals -te.
De andere klanken zijn ‘stemhebbende klanken’. Het zijn de medeklinkers uit het ezelsbruggetje van de bromvliegzwaan (d, b, r, m, v, l , g, z, w, n) en de klinkers a, e, i, o, u, y en ij. Deze klanken maak je met trillende stembanden. Na een stemhebbende klank volgt ook een uitgang die begint met een stemhebbende klank, zoals -de.
Dus: bij stemloze klanken trillen de stembanden niet mee: het geluid wordt uitsluitend ‘hogerop’ gemaakt. Bij stemhebbende klanken maken je stembanden geluid. Je kunt dan aan je keel voelen dat je stembanden trillen.
Stemhebbende slotklank: -d in de verleden tijd en het voltooid deelwoord
De stammen van de volgende werkwoorden eindigen op een stemhebbende klank, en krijgen in de verleden tijd dus -de achter de stam. Als ezelsbruggetje kun je de bromvliegzwaan gebruiken: daarin zitten alle stemhebbende medeklinkers (d, b, r, m, v, l, g, z, w, n).
- krabben - krabde - gekrabd
- branden - brandde – gebrand
- leggen - legde - gelegd
- bedoelen - bedoelde - bedoeld
- dromen - droomde - gedroomd
- menen - meende – gemeend
- voeren - voerde - gevoerd
- leven - leefde - geleefd (ga uit van de v-klank in leven)
- bouwen - bouwde - gebouwd
- suizen - suisde - gesuisd (ga uit van de z-klank in suizen)
- fonduen - fondude - gefonduud
- hockeyen - hockeyde - gehockeyd
- kanoën - kanode - gekanood
- sleeën - sleede - gesleed
- vloeien - vloeide - gevloeid
Stemloze slotklank: -t in de verleden en voltooide tijd
De stammen van de volgende werkwoorden eindigen op een stemloze klank (t, k, f, s, ch en p) die in ’t kofschip zit, en krijgen dus een t in de uitgang:
- zetten - zette - gezet
- likken - likte - gelikt
- puffen - pufte - gepuft
- klussen - kluste - geklust
- juichen - juichte - gejuicht
- gapen - gaapte - gegaapt
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!
Lastige gevallen: leven en suizen
Lastige gevallen zijn leefde - geleefd en suisde - gesuisd. Je ziet in deze vormen de f en s staan, waarna je een t verwacht. Maar je moet voor de juiste uitgang kijken naar de klank/letter in het hele werkwoord. Dat zijn bij leven en suizen de stemhebbende v en z, waarna -de komt. De stam van deze werkwoorden is leev en suiz.
Kofschiptaxietje
Het aantal stemloze medeklinkers is beperkt: ch, f, k, p, s en t. Daarom kon hiervan eenvoudig het ezelsbruggetje ’t kofschip gevormd worden, of de variant ’t fokschaap. Moderne varianten als kofschiptaxietje en xtc-koffieshopje bevatten ook de letter c (gemontignact), de j (in de combinaties sj en tsj: geroetsjt) en de x (gefaxt). In feite zijn die nieuwe ezelsbruggetjes overbodig, want de c is een k-klank, en de (t)sj en x een s-klank. Als extra hulpmiddel kunnen ze echter nuttig zijn.
Tot slot nogmaals: ’t kofschip geldt alleen voor de verleden tijd en het voltooid deelwoord, en niet voor de tegenwoordige tijd. De tweede en derde persoon enkelvoud krijgen in de tegenwoordige tijd altijd een t: hij verhuist, jij quizt, zij managet, u bekladt, jij bedoelt, etc.
Handig hulpmiddel: de Taal*maat
In de Taal*maat ’t kofschip komt het ezelsbruggetje van ’t kofschip stap voor stap voorbij in een stroomdiagram. Een handig hulpmiddel om in de vingers te krijgen hoe je ’t kofschip moet gebruiken!
Klik op het schema om het te vergroten:
